(vrm) na een acs* 1, iap* 1, ptca* 1, cabg* 1 …vrm) na een acs* 1, iap* 1, ptca* 1, cabg* 1...

2
Bron: NHG standaard cardiovasculair risicomanagement (M 84) jan 2012; Acuut coronair syndroom (M 80) dec 2003, Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct (M 83) mrt 2005; Hartfalen (M51) juli 2010. MDR hartfalen 2010, MDR cardiovasculair risicomanagement 2011, Protocol VRM deel 1 en 2 Diamuraal, ZorgstandaardDeze werkafspraak is samengesteld door: B. J.B. Hamer en E de Vrey cardiologen (MeanderMC); W. Koch Huisarts, P Rijsman huisarts, I van Geelen, POH, F Boonekamp, huisarts en L.J. Meijer, huisarts, medisch coördinator (MCCE) Mei 2013 Cardiologie / Vasculair Risicomanagement (VRM) na een ACS* 1 , IAP* 1 , PTCA* 1 , CABG* 1 hartfalen, atriumfibrilleren Algemeen Afspraken over wie, wanneer verantwoordelijk is voor de secundaire preventie na een vasculaire gebeurtenis (HVZ) op cardiologisch terrein. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de acute fase en de vervolgfase.* 2 De secundaire preventie bevat het totaal pakket aan diagnostiek, inventarisatie, behandeling: o niet-medicamenteus: niet-roken, bewegen, voeding, beperken alcoholgebruik, gewicht en stressreductie en het met de patiënt formuleren van haalbare veranderdoelen; o medicamenteuze behandeling. De werkafspraak behelst: o afspraken VRM per ziektebeeld in de acute en de vervolgfase; o wijze van overdracht van de patiënt; o VRM risicomanagement omvat minimaal een jaarlijkse controle, diagnostiek verrichten en haalbare veranderdoelen stellen en waar nodig deze begeleiden (stoppen roken, bewegen, voeding, medicatie etc.). Acute fase en diagnostiek, revalidatie Acuut Coronair Syndroom, dotteren, bypassoperatie: VRM 1 jaar door cardioloog: o Na een ACS, dotteren of bypass operatie* en bij instabiele angina pectoris krijgt een patiënt een revalidatietraject gedurende 6 weken 3 maal per week 1 uur. Alle aspecten van VRM inclusief bewegen komen bij dit traject aan bod. De hartrevalidatie start na enkele weken. Na de revalidatie krijgt patiënt een uitfietstest. Eén jaar na revalidatie of zo nodig eerder meldt de cardioloog in de brief of de patiënt voor VRM naar de huisarts kan of bij de cardioloog blijft. In de situatie van terugverwijzen naar de huisarts adviseert de cardioloog de patiënt na drie maanden een afspraak bij de huisarts te maken. De streefwaarden voor de LDL worden in de brief aangegeven. Bij hoog risico patiënten is het streven indien mogelijk naar een LDL van 1,8.* 2 Hartfalen: o Bij acuut hartfalen wordt het vasculaire risico management door de cardioloog gedaan. Bij chronisch hartfalen is de noodzaak tot VRM en de plaats waar dit begeleid wordt afhankelijk van de achterliggende oorzaak.* 3 Atriumfibrilleren, structurele hartafwijking: o Bij atriumfibrilleren is de noodzaak tot VRM afhankelijk van de achterliggende oorzaak. Bij atriumfibrilleren door hypertensie is de huisarts verantwoordelijk voor VRM. Vervolgfase ACS, dotteren, bypassoperatie, instabiele angina pectoris, hartfalen en atriumfibrilleren op vasculaire basis (o.a. hypertensie): o De huisarts is verantwoordelijk voor de VRM na overdracht via de brief van de cardioloog. Laboratorium diagnostiek De jaarlijkse diagnostiek wordt door de huisarts verricht. Voor patiënten die weinig frequent bij de cardioloog onder controle zijn, wordt gezocht naar mogelijkheden om de door de huisarts verrichte diagnostiek voor de cardioloog zichtbaar te maken.

Upload: trinhduong

Post on 26-May-2019

214 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: (VRM) na een ACS* 1, IAP* 1, PTCA* 1, CABG* 1 …VRM) na een ACS* 1, IAP* 1, PTCA* 1, CABG* 1 hartfalen, atriumfibrilleren Algemeen Afspraken over wie, wanneer verantwoordelijk is

Bron: NHG standaard cardiovasculair risicomanagement (M 84) jan 2012; Acuut coronair syndroom (M 80) dec 2003, Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct (M 83) mrt 2005; Hartfalen (M51) juli 2010. MDR hartfalen 2010, MDR cardiovasculair risicomanagement 2011, Protocol VRM deel 1 en 2 Diamuraal, ZorgstandaardDeze werkafspraak is

samengesteld door: B. J.B. Hamer en E de Vrey cardiologen (MeanderMC); W. Koch Huisarts, P Rijsman huisarts, I van Geelen, POH, F Boonekamp, huisarts en L.J. Meijer, huisarts, medisch coördinator (MCCE)

Mei 2013

Cardiologie / Vasculair Risicomanagement (VRM) na een ACS*1, IAP*1, PTCA*1, CABG*1 hartfalen, atriumfibrilleren

Algemeen Afspraken over wie, wanneer verantwoordelijk is voor de secundaire preventie na een vasculaire gebeurtenis (HVZ) op cardiologisch terrein. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de acute fase en de vervolgfase.*

2 De secundaire preventie bevat het totaal pakket aan

diagnostiek, inventarisatie, behandeling: o niet-medicamenteus: niet-roken, bewegen, voeding, beperken

alcoholgebruik, gewicht en stressreductie en het met de patiënt formuleren van haalbare veranderdoelen;

o medicamenteuze behandeling. De werkafspraak behelst:

o afspraken VRM per ziektebeeld in de acute en de vervolgfase; o wijze van overdracht van de patiënt; o VRM risicomanagement omvat minimaal een jaarlijkse controle,

diagnostiek verrichten en haalbare veranderdoelen stellen en waar nodig deze begeleiden (stoppen roken, bewegen, voeding, medicatie etc.).

Acute fase en diagnostiek, revalidatie

Acuut Coronair Syndroom, dotteren, bypassoperatie: VRM 1 jaar door cardioloog:

o Na een ACS, dotteren of bypass operatie* en bij instabiele angina pectoris krijgt een patiënt een revalidatietraject gedurende 6 weken 3 maal per week 1 uur. Alle aspecten van VRM inclusief bewegen komen bij dit traject aan bod. De hartrevalidatie start na enkele weken. Na de revalidatie krijgt patiënt een uitfietstest. Eén jaar na revalidatie of zo nodig eerder meldt de cardioloog in de brief of de patiënt voor VRM naar de huisarts kan of bij de cardioloog blijft. In de situatie van terugverwijzen naar de huisarts adviseert de cardioloog de patiënt na drie maanden een afspraak bij de huisarts te maken. De streefwaarden voor de LDL worden in de brief aangegeven. Bij hoog risico patiënten is het streven indien mogelijk naar een LDL van 1,8.*

2

Hartfalen: o Bij acuut hartfalen wordt het vasculaire risico management door de

cardioloog gedaan. Bij chronisch hartfalen is de noodzaak tot VRM en de plaats waar dit begeleid wordt afhankelijk van de achterliggende oorzaak.*

3

Atriumfibrilleren, structurele hartafwijking: o Bij atriumfibrilleren is de noodzaak tot VRM afhankelijk van de

achterliggende oorzaak. Bij atriumfibrilleren door hypertensie is de huisarts verantwoordelijk voor VRM.

Vervolgfase ACS, dotteren, bypassoperatie, instabiele angina pectoris, hartfalen en atriumfibrilleren op vasculaire basis (o.a. hypertensie):

o De huisarts is verantwoordelijk voor de VRM na overdracht via de brief van de cardioloog.

Laboratorium diagnostiek

De jaarlijkse diagnostiek wordt door de huisarts verricht. Voor patiënten die weinig frequent bij de cardioloog onder controle zijn, wordt gezocht naar mogelijkheden om de door de huisarts verrichte diagnostiek voor de cardioloog zichtbaar te maken.

Page 2: (VRM) na een ACS* 1, IAP* 1, PTCA* 1, CABG* 1 …VRM) na een ACS* 1, IAP* 1, PTCA* 1, CABG* 1 hartfalen, atriumfibrilleren Algemeen Afspraken over wie, wanneer verantwoordelijk is

Bron: NHG standaard cardiovasculair risicomanagement (M 84) jan 2012; Acuut coronair syndroom (M 80) dec 2003, Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct (M 83) mrt 2005; Hartfalen (M51) juli 2010. MDR hartfalen 2010, MDR cardiovasculair risicomanagement 2011, Protocol VRM deel 1 en 2 Diamuraal, ZorgstandaardDeze werkafspraak is

samengesteld door: B. J.B. Hamer en E de Vrey cardiologen (MeanderMC); W. Koch Huisarts, P Rijsman huisarts, I van Geelen, POH, F Boonekamp, huisarts en L.J. Meijer, huisarts, medisch coördinator (MCCE)

Cardioloog

Eén jaar na revalidatie of zo mogelijk eerder draagt de cardioloog de zorg voor VRM over aan de huisarts en meldt dit in de brief. Dit tenzij patiënt regelmatig onder controle blijft bij de cardioloog*

4. In geval van

terugverwijzen naar de huisarts adviseert de cardioloog de patiënt na drie maanden een afspraak bij de huisarts te maken.*

5

Noten:

*1

ACS acuut coronair syndroom; IAP instabiele angina pectoris; PTCA percutane coronaire

interventie, dotteren; CABG coronaire bypass operatie ( coronary artery bypass graft).

*2

Recente trials laten zien dat bij hoog risico patiënten het streven naar een LDL ≤ 1,8 mmol/l

wenselijk is omdat dit de hoogste reductie geeft van de kans op een cardiovasculair recidief. Uit:

European Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice (version 2012).

De huisarts volgt de LDL streefwaarde die de cardioloog bereikt heeft. De cardioloog start in

principe met simvastatine. Lukt het hiermee niet om de streefwaarde te bereiken dan wordt

atorvastatine of rosuvastatine gegeven.

*3

De oorzaken van hartfalen kunnen zeer divers zijn: atriumfibrilleren, andere ritme- of

geleidingsstoornissen, hartklepafwijkingen, hypertensie, ischemische hartziekte, medicatie,

intoxicaties (alcohol, cocaïne), anemie, exacerbatie van COPD, pneumonie, andere ernstige

(virus-)infecties, hyperthyreoïdie en longembolie. Met name de cardiomyopathie heeft veelal een

niet vasculaire oorzaak waardoor VRM niet nodig is. Bij coronaire hartziekte en hypertensie, de

meest voorkomende oorzaken van hartfalen is VRM noodzakelijk.

*4

Indien de patiënt onder behandeling van de cardioloog blijft, kan de cardioloog de huisarts

verzoeken om een tussentijdse spreekkamermeting of een gevalideerde thuismeting te doen. De

huisarts geeft de meetwaarden aan de patiënt mee.

*5

In de ontslagbrief na de opname geeft de cardioloog aan hoe lang de clopidogrel Plavix gebruikt

moet worden. In principe wordt dit 1 jaar gegeven. Soms bij acuut dotteren kan het korter zijn, dit

wordt aangegeven in de ontslagbrief na de klinische opname.