srila goura govinda gosvami maharaja

Upload: bhaktiholland

Post on 09-Apr-2018

218 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    1/7

    SRILA GOURA GOVINDA GOSVAMI MAHARAJA

    "Ik heb hier in Bhubaneswar een 'huilschool' geopendTenzij we om Krishna huilen, kunnen we Zijn genade niet krijgen."

    Srila Gour Govinda Swami Maharaja verscheen in een Vaisnava-familie op 2september 1929 in het dorp Jagannatha-pura, niet ver van Jagannatha PuriDhama in Orissa, India. Braja-bandhu Giri, zoals Zijne Goddelijke Genade toengenoemd werd, groeide op in het dorp Gadai-giri, waar hij vanaf zijn prillekindertijd toegewijde dienst aan Krishna beoefende. Zijn grootvader was eenparamahamsa die zich alleen maar bezighield met het chanten van Hare Krishnaen het huilen voor de plaatselijke beeldgedaante van Krishna, Gopal Jiugenaamd. Hij leerde Braja-bandhu hoe hij de Hare Krishna maha-mantra moestchanten door op zijn vingers te chanten. In het gezelschap van zijn ooms reisdeBraja-bandhu van dorp tot dorp, Hare Krishna chantend en de liederen vanNarottama dasa Thakura zingend. De Giri-familie staat sinds de tijd vanSyamananda Prabhu bekend als de beroemdste kirtana-beoefenaars van Orissa.Driehonderd jaar geleden schreef de koning van Orissa in het tempelregister vanJagannatha Puri dat het kirtana-gezelschap van Gadai-giri wanneer het maarmogelijk was kirtana moest doen voor Heer Jagannatha. In Orissa worden zebeschouwd als kirtana-guru's.

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    2/7

    Vanaf zijn zesde vereerde Braja-bandhu de beeldgedaante van Gopal doorbloemenkransen te maken en door soms, met behulp van kaarslicht, hymnenvoor Hem te zingen vanaf manuscripten van palmblad. Hij nam nooit enigvoedsel tot zich dat niet aan Gopal geofferd was.

    Op achtjarige leeftijd had hij de gehele Bhagavad-gita, Srimad-Bhagavatam enSri Caitanya-caritamrta gelezen en kon deze ook uitleggen. 's-Nachts kwamenvele dorpelingen luisteren als hij voorlas uit het Bhagavata, Ramayana enMahabharata in het Oriyan. Zodoende ging hij vanaf het begin van zijn leven opin het chanten van Krishna's heilige naam, het bestuderen van Vaisnava-geschriften, en het vereren van zijn geliefde Gopal. Vrienden en verwantenherinneren hem als iemand die altijd stil en naar binnen gekeerd was. Hij waser nooit in genteresseerd om met andere jongens te spelen of naar de bioscoopof het theater te gaan.

    Na de dood van zijn vader in 1955 werd hij als oudste zoon verantwoordelijkvoor het onderhouden van het gezin, en op verzoek van zijn nu alleenstaandemoeder trad hij toe tot de grhastha-asrama. Hij ontmoette zijn vrouw, SrimatiVasanti Devi, voor het eerst tijdens de huwelijksceremonie. Tengevolge vanfinancile beperkingen kon hij zich niet formeel inschrijven op de Universi- teit,maar studeerde hij priv in de avond om de examens te kunnen volgen enbehaalde met vlag en wimpel een Bachelor of Artsdoctoraat aan de UtkalUniversiteit. Later behaalde hij op soortgelijke wijze een onderwijzersdiplomaen ging het beroep van schoolmeester uitoefenen. Ondanks zijn veleverantwoor- delijkheden verslapte zijn toewijding aan Gopal echter nooit. Hijstond dagelijks op om 3.30 uur, chantte de Hare Krishna maha-mantra,vereerde de Tulasi-boom, en las zijn gezin uit de Bhagavad-gita voor. Op schoolnam hij iedere gelegenheid te baat om tot zijn leerlingen te spreken overKrishna en de beginselen van toegewijde dienst. Sommige van die leerlingenwerden dertig jaar later zijn discipelen. Tijdens schoolvakanties nam hij zijnvrouw mee naar de Himalaya's om daar tirtha's en asrama's te bezoeken, ensoms ging hij filosofische debatten aan met de mayavadi's die hij daar aantrof.

    Op 8 april 1974, op vijfenveertigjarige leeftijd, verliet Braja-bandhu zijn huisen familieleden op zoek naar geestelijke volmaaktheid. Hij gaf zichzelf de naam'Gour-Gopal', en slechts gewapend met een Bhagavad-gita en een bedelnap trok

    hij een jaar lang door heel India, waarbij hij vele heilige plaatsen aan de oevervan de rivier de Ganges bezocht. Hij was op zoek naar zijn geestelijk leraar, depersoon die hem inzicht zou kunnen geven in het chanten van de maha-mantra.Hoewel hij tijdens zijn dagen als gezinshoofd vele sadhu's en guru's ontmoet had- in Orissa zijn vele vooraanstaande Gaudiya- Vaisnava groepen - was hij er nogniet n tegengekomen wiens onderricht zijn hart werkelijk beroerde. Zijngeestelijk leraar nog steeds niet ontmoetheb- bend, bereikte hij uiteindelijkVrindavana, met de gedachte dat zijn verlangen in Krishna's dierbare woningbeslist in vervulling zou gaan.

    Twee weken na aankomst in Vrindavana zag hij een enorm bord met de tekst:

    "Internationale Gemeenschap voor Krishna-bewustzijn, Stichter-acharya ZijneGoddelijke Genade A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada," en ontmoette hij

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    3/7

    een groep westerse toegewijden die hem een exemplaar gaven van het bladBack to Godhead. Toen hij in het blad las over de heerlijkheid vanbovenzinnelijke liefde voor Krishna, kreeg hij het sterke verlangen om deredacteur van het blad en de stichter van de beweging, Srila Prabhupada, teontmoeten. Hij wist zich toegang te verschaffen tot Srila Prabhupada's kamer,stelde zich voor, en de eerste vraag die Srila Prabhupada stelde was: "Heb jesannyasa genomen?" Gour-Gopal antwoordde dat hij dat niet had gedaan. "Dangeef ik je sannyasa!" riep Srila Prabhupada uit. Inziend dat Srila Prabhupada zijnhart kende, gaf hij zich aan zijn lotusvoeten over en werd spoedig Prabhupada'sgenitieerde discipel.

    Bij de opening van ISKCON's Sri Krishna-Balarama Mandira in 1975 werd hij doorSrila Prabhupada in de sannyasa-orde ingewijd en door hem naar Orissagezonden om daar te prediken en een tempel te bouwen op het pas gedoneerde

    perceel in Bhubaneswar.

    Het gedoneerde land was een woestenij vol met muskieten, slangen enschorpioe- nen. Het lag zo ver buiten de stad dat mensen er zelfs overdag lieverniet kwamen. Mediterend op het verlangen van Srila Prabhupada, werkte GourGovinda Swami met onwankelbare vastberadenheid. Soms verblijvend in hetmagazijn van een theehandelaar en soms zelfs een hutje delend metwegarbeiders begon hij Srila Prabhupada's boeken in het Oriya te vertalen zoalshem opgedragen was, ging hij van huis naar huis en van kantoor naar kantoor inen rond Bhubaneswar om wat kleine donaties in te zamelen, en bouwde hijeigenhandig een strohut op het gedoneerde perceel.

    In het begin van 1977 kwam Srila Prabhupada naar Bhubaneswar. Hoewel meneen comfortabel verblijf voor hem geregeld had in het State Guesthouse, weesSrila Prabhupada dit voorstel direct van de hand. "Ik zal slechts daar verblijvenwaar mijn dierbare discipel Gour Govinda een lemen hut voor me gebouwdheeft." Srila Prabhupada bleef zeventien dagen in Bhubaneswar, in welkeperiode hij begon met het vertalen van het tiende canto van het Srimad-Bhagavatam. Op de zegenrijke verschijningsdag van Heer Nityananda legde hijde eerste steen van wat de tempel moest worden, zijn laatst begonnen project.

    Tijdens een bezoek aan Mayapura in 1979 woonde Gour Govinda Swami op eendag de kirtana bij toen hij bewusteloos ter aarde stortte. Gevolgd door eenaantal ISKCON-leiders en andere bezorgde toegewijden werd hij terug naar zijnkamer gedragen. Dokters kwamen om hem te onderzoeken maar waren niet instaat om een diagnose te maken van zijn toestand. Iemand suggereerde zelfsdat hij mis- schien bezeten was door een geest. Uiteindelijk legde AkincanaKrishnadasa Babaji Maharaja, een godsbroeder van Srila Prabhupada, uit datGour Govinda Swami de kentekenen van bhava, het gevorderde stadium vanextatische liefde voor God, aan de dag legde.

    Toen hij naar Bhubaneswar terugkeerde, ging hij zelfs nog meer op in de missie

    van zijn geestelijk leraar. Sommige westerse toegewijden waren gestuurd omhem te assisteren, maar de meesten konden de strenge omstandigheden niet

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    4/7

    aan. Ze waren verbaasd te zien dat hij nooit verstoord was, slechts eenmaal perdag at, en nooit sliep. Dag en nacht predikte hij alleen maar, chantte, enschreef in zijn notitieboeken. Srila Prabhupada gaf Gour Govinda Swami driehoofd- instructies: het vertalen van zijn boeken vanuit het Engels in het Oriya,het bouwen van de tempel in Bhubaneswar, en het prediken over de helewereld. Deze opdrachten uit te voeren was Gour Govinda Swami's ziel enzaligheid. Hij hield zich strikt aan zijn principe om niet te eten voordat hij zijnvertaal-quotum voor die dag gehaald had. Toegewijden waren verbaasd om tezien hoe Gour Govinda Swami zelfs na lange internationale vluchten erop stondom eerst het vertaalwerk te doen dat zijn geestelijk leraar hem gaf alvorens teeten of te slapen. Tot aan zijn laatste dag hield hij zich aan deze gewoonte.

    Prabhupada's opdracht volgend, predikte Gour Govinda Swami krachtig door hethele land van Orissa. De eenvoudige padayatra-festivals en nama-hatta-

    programma's die hij begon, hebben honderdduizenden mensen in het aloudeland van Heer Caitanya's spel en vermaak geholpen hun geestelijke wortels teontdekken en de maha-mantra te gaan chanten:

    Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare RamaRama Rama Hare Hare

    In 1985, op Rama Navami, de zegenrijke verschijningsdag van HeerRamacandra, vervulde Gour Govinda Maharaja, na zestien jaar van vastberadeninspanning, de opdracht van zijn geliefde geestelijk leraar, Srila Prabhupada,door de schitterende Sri Sri Krishna-Balaram tempel in Bhubaneswar te openen.Sinds- dien is de Sri Sri Krishna-Balaram Mandir uitgegroeid tot een bloeiendproject dat ieder jaar honderdduizenden bezoekers trekt.

    In 1985 begon Srila Gour Govinda Swami overzees te gaan om te prediken. Hijwas zo enthousiast om krishna-katha te spreken dat hij dit de volgende elf jaarbleef doen, ondanks een beenblessure en groot persoonlijk ongemak. Iedereendie de lezingen van Gour Govinda Maharaja hoorde, stond versteld. Hoewel hijin de persoonlijke omgang altijd zeer zacht en nederig was, brulde hij in zijnlezingen over het Srimad-Bhagavatam als een leeuw, en sloeg de trots enmisvattingen in het hart van zijn toehoorders aan stukken. Soms las hij een

    schijnbaar simpele filosofische uitspraak uit Prabhupada's betekenis-verklaringen. Dan lachte hij als een kind en zei: "Hier komt het onderwerp vankrishna-prema naar boven, maar dit behoeft nadere toelichting." Vervolgensverbaasde hij de toegewijden door twee of drie uur lang steeds diepereverklaringen van dezelfde zin te geven. Bij n zo'n gelegenheid zei hij: "Kijk!Krishna lacht om me omdat ik probeer dit onderwerp in zijn geheel tebeschrijven, terwijl het onbegrensd is." Krishna-katha was zijn ziel en zaligheid.Hij placht te zeggen: "De dag die voorbijgaat zonder krishna-katha is een zeerslechte dag." Gedurende zijn lezingen barstte hij onvermijdelijk in zingen uit,waarbij hij iedereen voedde met de devotionele gemoedsstemmin- gen vanvreugde, nederigheid en overgave, zoals die tot uitdrukking komen in de

    gebeden van Srila Bhaktivinoda Thakura en andere acarya's.

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    5/7

    Gour Govinda Swami zei: "Ik heb hier in Bhubaneswar een 'huilschool' geopend.Tenzij we om Krishna huilen, kunnen we zijn genade niet krijgen." Dit was deboodschap die hij zo krachtig over de hele wereld predikte in de laatste tienjaar van zijn geopenbaarde spel en vermaak.

    Gour Govinda Swami's kennis van de geschriften was formidabel. Hijonderbouwde alles wat hij zei met bewijzen uit alle Vedische geschriften. Somsstelde hij een vraag aan een discipel, en als de discipel niet kon antwoordenmet verwijzing naar de geschriften riep hij onmiddellijk uit: "Hij is een bedrie-ger. Wees geen leugenaar. Een Vaisnava citeert de gezaghebbende bron."

    Op deze manier predikte Gour Govinda Swami altijd onbevreesd, en hij deednooit afbreuk aan de conclusies van de geschriften in de naam van praktischdenken. "Hij die Krishna niet kan zien," zei hij, "is een blinde. Ook al spreekt hij

    over Krishna, in zijn geest speculeert hij. Daarom zullen zijn woorden nooit enigeffect hebben. Een ware sadhu spreekt nooit theoretisch."

    Gour Govinda Maharaja hield altijd een dagboek bij, waarin hij dagelijksaantekeningen maakte. Iedere aantekening besloot hij met dezelfde woorden:"Welke dienst die deze dienaar vandaag ook verricht heeft, daarvan weetGopal." Iedere dag bad hij tot Gopal in zijn dagboek: "Geef me alstublieft deomgang met gelijkgestemde toegewijden."

    Hij gaf zijn eenvoudige levensstijl nooit op. Tot aan zijn laatste dagen bleef hijin de kleine lemen hut wonen naast degene die hij in 1977 voor SrilaPrabhupada had gebouwd. Verschillende keren werd hij door toegewijdenverzocht om zijn bestuurlijke verantwoordelijkheden uit te breiden, maar hijweigerde dit altijd met de woorden: "Ik ben geen bestuurder, ik ben eenprediker." Maar toen het land in Gadai-giri waar hij zijn kindertijd haddoorgebracht en waar zijn geliefde Gopal in een eenvoudig bouwsel verbleef aan ISKCON gedoneerd werd, nam hij de verantwoordelijkheid op zich voor nogn project, namelijk het bouwen van een schitterende tempel voor Gopal.

    Tegen het einde van januari 1996 merkte hij op: "Srila Bhaktisiddhanta zei datdeze materile wereld geen plaats is voor een heer. Daarom, omdat hij ervan

    walgde, verliet hij deze wereld voortijdig. Misschien ga ik ook heen. Ik weet hetniet. Laat me het Gopal vragen. Ik zal doen wat hij van me vraagt." De volgendedag ging Gour Govinda Swami naar Gadai-giri om zijn Gopal te zien. Na zijnterugkomst predikte hij de volgende vier dagen krachtiger dan ooit totduizenden mensen die toestroomden voor het Prabhupada Centennial festival inBhubaneswar. Daarna vertrok hij naar de jaarlijkse ISKCON- bestuursvergaderin-gen in Sridhama Mayapura.

    Op 9 februari 1996, de heilige verschijningsdag van Srila BhaktisiddhantaSarasvati Thakura, maakten twee oudere ISKCON-toegewijden een afspraak omGour Govinda Maharaja in de vroege avond te mogen zien. Ze hadden nog nooit

    eerder persoonlijk met hem gesproken, maar hadden daartoe een sterkverlangen gekregen na het lezen van enkele van zijn boeken. Ze vroegen hem:

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    6/7

    "Waarom verbleef Caitanya Mahaprabhu in Jagannatha Puri?" Verrukt over hunvraag, begon hij de vertrouwelijke betekenis van Mahaprabhu's spel en vermaakin Puri uit te leggen. Vol liefde beschreef hij de pijn die Radha en Krishnavoelden toen Krishna weg was uit Vrindavana. Dit ontroerende spel en vermaakver- schijnt in hoofdstuk acht van The Embankment of Seperation. Alletoegewijden in zijn kamer betoverend met de nectar-gelijke onderwerpen overKrishna, ontvouwde hij geleidelijk het spel en vermaak tot op het punt waarRadha en Krishna na Hun lange gescheidenheid uiteindelijk verenigd waren. Hijbeschreef hoe Krishna z extatisch raakte bij het zien van Radharani dat Hij eengedaante met grote ronde ogen en gekrompen ledematen vertoonde, HeerJagannatha. Op dat moment merkten de toegewijden dat zijn ogen vol tranenwaren en zijn stem stokte. Nauwelijks hoorbaar zei hij: "Toen vielen Krishna'sogen op de ogen van Radharani. Hun ogen versmolten met elkaar." Niet in staatverder te gaan, verontschuldigde hij zich met gevouwen handen: "Excuseer me

    alsjeblieft. Ik kan niet spreken," waarop hij zijn laatste instructie gaf: "Kirtana!Kirtana!" De aanwezige toegewijden begonnen met chanten terwijl hungeestelijk leraar kalm achterover lag op zijn bed, langzaam en diep ademha-lend. Op zijn verzoek legde een dienaar een afbeelding van Gopal Jiu in zijnhand. Terwijl Gour Govinda Swami zijn blik vol liefde op die afbeelding van zijnvereerbare Deity gericht hield, riep hij uit: "Gopal!" en vertrok naar degeestelijke hemel om met zijn geliefde Heer verenigd te worden.

    EPILOOG: Iedere dag voor de Srimad-Bhagavatam lezing zong Srila GourGovinda Swami een lied dat hij als jongen geleerd had. Nu was zijn gebed invervulling gegaan.

    paramananda he madhavapadungaluci makarandase-makaranda pana-karianande bolo hari hari

    harinka name vanda velapari karive caka-dolase-caka-dolanka-payaremana-mo rahu nirantare

    mana mo nirantare rahuha-krishna boli jiva jauha-krishna boli jau jivamote udhara radha-dhava

    mote udhara radha-dhavamote udhara radha-dhava

    "Oh al-gelukzalige Madhava! De nectar stroomt van Uw lotusvoeten. Die nectardrinkend, zing ik vol vreugde "Hari! Hari!" De naam van Hari zingend, bouw ik

    een vlot waarop Heer Jagannatha me naar de overkant van deze oceaan van hetmaterile bestaan zal brengen. Moge mijn geest altijd aan de lotusvoeten

  • 8/7/2019 Srila Goura Govinda Gosvami Maharaja

    7/7

    blijven van die Heer Jagannatha, die zeer grote ronde ogen heeft. Op dezewijze roep ik uit: "Helaas! Krishna!" en geef mijn leven op. Oh echtgenoot vanRadharani, verlos me alstublieft." "De sadhu spreekt nooit theoretisch."